Almere kent een grote groei en wil op twee manieren uitbreiden: enerzijds met een hoogstedelijk karakter, anderzijds met een ruimer opgezet, landschappelijk karakter. Deze landschappelijke uitbreidingen vormden het uitgangspunt voor deze derdejaars TenL-opdracht Ecologie. De uitbreidingen zijn gepland in een gebied dat sterk onderhevig is aan bodemdaling. Dit laagstgelegen deel van de polder zal de komende jaren alleen maar lager komen te liggen. Dit probleem stelt hoge, bouwtechnische eisen aan de invulling van de woningopgave. Dat het gebied als 'afvoerputje' bij wateroverlast fungeert, maakt de wateropgave complex.
Tijdens mijn stage bij Karres en Brands landschapsarchitecten heb ik mij met verschillende opdrachten bezig gehouden. De opdracht Opstellen cultuurhistorische uitgangspunten voor woningbouw in de Limmerkoog, onderdeel van de gemeente Uitgeest, was mijn hoofdopdracht. De basis voor deze 'uitgangspunten' ligt in de geldende beleidskaders van het rijk, de provincie en de gemeente. Hier neemt de Leidraad Landschap en Cultuurhistorie van de provincie een bijzondere rol in. Door het gebied ruimtelijk te analyseren konden uitgangspunten worden opgesteld die aansloten bij de leidraad.
Deze 2e jaars opdracht had tot doel inzicht te krijgen in de cultuurhistorische beplantingstypen die het buitengebied een streekeigen karakter geeft. Het opdrachtgebied beslaat het buitengebied binnen de stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Dit gebied kent een grote verscheidenheid aan landschapstypen, elk met eigen streekeigen beplantingstypen. De uitkomst van de opdracht bestond uit een beeldkwaliteitshandboek dat gebruikt kan worden om gemeentes, agrariërs en burgers te helpen om de leefomgeving in het buitengebied te verbeteren met behulp van laan-, kavelgrens- en erfbeplantingen.
Mijn afstudeeropdracht bestond uit het opstellen en uitwerken van een strategisch plan voor de noord-oostelijke IJ-oever in Amsterdam.Deze oever is nu nog grotendeels in gebruik door industrie, maar bevindt zich in een transformatieproces en zal langzaam een steeds hoogstedelijker karakter krijgen. Ik ontwierp geen dichtgetimmerd masterplan, maar een flexibele, gestuurd organische transformatiestrategie voor het gebied. De inzet was om de verdichtingsopgave tegemoet te komen, maar wel met behoud van de aanwezige groene kwaliteiten en cultuurhistorisch erfgoed.
De identiteit van het stadsweefsel zoeken we in de ruimtelijke samenhang van de drie lagen waaruit het weefsel is opgebouwd. Op elk stedenbouwkundig schaalniveau is een ander ruimtelijk aspect van de lagen netwerk, verkaveling en bebouwing van belang. Daarom is het goed om stil te staan bij de aspecten die de maatvoering, vorm en inrichting van deze lagen bepalen. Deze tweedejaars opdracht van de opleiding TenL was bedoeld om inzicht te krijgen in de opbouw van dit stedelijk weefsel. Hoe corresponderen de verschillende 'lagen' uit het netwerk met elkaar?
Voor deze tweedejaars studieopdracht TenL heb ik een landschapsplan ontworpen voor het buitengebied van Apeldoorn zuid-oost. Het landschap ten zuidoosten van Apeldoorn bevindt zich op een snijvlak van verschillende landschapstypen. Het natte beekdal met broekontginningen tot het hoge oeverwallandschap langs de IJssel met een prachtig, kleinschalig oud hoevenlandschap ertussenin dat fraaie hoogteverschillen laat zien. Deze landschapstypen kregen de hoofdrol in dit landschapsplan. In het plan wordt de diversiteit van het aanwezige landschap benadrukt. Er wordt gebruik gemaakt van de eigen kracht die dit landschap heeft.
Het laatste semester van het tweede jaar van de opleiding TenL is gewijd aan de Integrale Opdracht, waarbij van de studenten verwacht wordt dat ze de reeds opgedane kennis integraal kunnen inzetten. Deze opdracht omvat alle aspecten van het werkterrein, van masterplan tot detaillering en van materialisatie tot beheer. Het opdrachtgebied betrof de Geffense Plas in Oss, een recreatiegebied en voormalige zandwinplas. Het ontwerprapport dat bij deze opdracht hoort is vierledig. Het eerste deel bestaat uit de Leidraad Inrichting Openbare Ruimte, vervolgens komen de beplantingsstructuur, het beheer en de detaillering aan bod.
Voor het maken van beplantingsplannen is een grote plantenkennis vereist. Het is belangrijk om veel plannen écht te kennen en dus goed te weten hoe ze zich gedragen in verschillende omstandigheden.Een goed beplantingsplan levert een sterke en gezonde beplanting die jaarrond sierwaarde heeft. Als voorstander van tuinieren op biologische basis, kies ik uitsluitend planten die passen bij de natuurlijke omstandigheden (grondsoort, licht, voedselrijkdom). Wanneer planten vanzelf al goed gedijen zijn er eigenlijk helemaal geen bestrijdingsmiddelen of andere kunstgrepen, zoals planten aanbinden, nodig.
Deze derdejaars opdracht TenL had tot doel om de studenten inzicht te geven in stedenbouwkundige thema's, zoals woontypologieën, verkaveling, parkeren, detailhandel, etc. De zgn. 'oksel' van Leek, op de grens tussen centrum en buitengebied, diende als projectgebied voor deze opdracht Leek ligt vlakbij de stad Groningen en trekt woningzoekenden uit die regio. Het dorp kent daarom geen krimp, maar groei. Op korte termijn zal het woningaanbod aanzienlijk moeten worden uitgebreid. In het plan wordt de uit het oog onttrokken Leke de drager van het te ontwikkelen gebied.
Voor de 1e jaars TenL-opdracht voor de module Beleid moest elke student een openbare plek uitkiezen die die goed kent en die in zijn/haar ogen niet goed functioneert. Door middel van analysemethodes, geïnspireerd op het gedachtengoed van oa. Jane Jacobs en Kevin Lynch, werden de knelpunten blootgelegd en de potenties ontdekt. Op basis hiervan werd beleid geschreven om deze openbare ruimte te verbeteren. Ik koos het marktplein in Hengelo als locatie. Dit marktplein, het hart van de binnenstad, werd recent verkozen tot het lelijkste stukje Hengelo. Hoe kan het beter?
Het Ontwerpend Onderzoek vormt een verdiepingsfase van het afstudeertraject van de opleiding TenL. Het ontwerpend onderzoek is bedoeld om meer ervaring te verkrijgen in ontwerpend onderzoek en het analyseren van ruimtes. Het onderzoeksthema sluit aan bij het ontwerptraject van de afstudeerfase en de vraagstukken die daarbij spelen. De onderzoeksvraag luidt: "Op welke wijze zijn stadsparken op een ruimtelijke en ruimtelijk functionele manier verankerd met het hoogstedelijk netwerk?". De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in mijn afstudeeropdracht.
Ik vind het erg interessant om te werken aan opdrachten waarbij niet alleen de erfinrichting belangrijk is, maar ook de inpassing van het erf in zijn landschappelijke omgeving. Vooral in 'kwetsbare', authentieke gebieden, zoals het oude hoevenlandschap, essenlandschap of uiterwaardenlandschap is het van groot belang om erven op een gebiedseigen wijze in te passen in het landschap. Op die manier gaat de cultuurhistorische waarde van deze landschappen niet verloren, maar wordt zelfs versterkt.